Hogere lonen voor de werknemers van de openbare ziekenhuizen, van de 19 gemeenten, van de 19 OCMW’s en van de Verenigingen Hoofdstuk XII, daar vecht de sector Lokale en Regionale Besturen al meer dan twee jaar voor. Dat personeel wordt inderdaad beduidend minder betaald dan de collega’s van het Waals of het Vlaams gewest.
In 2020, kreeg het gemeenschappelijk vakbondsfront eindelijk gehoor en werd er een enveloppe van zo’n 170 miljoen, gespreid over de hele duur van de legislatuur, vastgelegd door de regering van het Brussels hoofdstedelijk gewest om de lonen van de lokale ambtenaren te herwaarderen.
De pandemie die het land treft sinds maart 2020 heeft de onderhandelingen afgeremd en de sociale partners kregen niet de mogelijkheid om ernstig te praten over de budgettaire spreiding die door de overheid van het gewest werd vooropgesteld.
Alle werknemers ontvingen een forfaitaire premie van 500 euro bruto voor het jaar 2020 (enveloppe van 15 miljoen euro), wat duidelijk een vooruitgang is, maar wel niet de loonsverhoging waarop het personeel rekende.
Eén jaar later en na enkele politieke verklaringen van minister Bernard Clerfayt die ruime media-aandacht kregen, lijken de onderhandelingen in Comité C te stokken ondanks het aandringen van het gemeenschappelijk vakbondsfront en de steeds toenemende kwetsbaarheid van de minst betaalde werknemers.
Tijdens de gezondheidscrisis oogstten de openbare diensten volop applaus. Hun belang en hun onverdroten inzet ondanks de bijzonder moeilijke omstandigheden werd erkend en het is vandaag dan ook hoog tijd dat de gewestregering haar verantwoordelijkheden neemt en begint te onderhandelen over de beloofde loonsverhogingen.
Het Comité C van de Plaatselijke Besturen van het Brussels hoofdstedelijk Gewest komt samen op 1 april 2021. Er zal nog eens op gewezen worden dat de lonen van het lokaal overheidspersoneel ruim onvoldoende zijn, in die mate zelfs dat vele werknemers beetje bij beetje in armoede terechtkomen. Een schande voor de hoofdstad van de Europese Unie! De huidige spookhouding van de gewestregering is onuitstaanbaar en de vakbonden zijn niet van plan om Casper te spelen.
Wij vragen een duidelijke vergaderkalender tot einde juni 2021 om een permanent karakter te kunnen geven aan het sociaal akkoord van de herfst 2020, goed wetende dat we zeker niet, zoals vorig jaar het geval was met de eenmalige premie en de aanmoedigingspremie voor het personeel van de rusthuizen, voor voldongen feiten geplaatst willen worden en een protocol voorgeschoteld krijgen dat, door tijdsgebrek, “te nemen of te laten” is. Een aantal politieke lokale overheden betwisten het principe, beslist door het Brussels Parlement, dat zij de kosten van de baremieke verhogingen – waarvoor wij terugwerkende kracht eisen tot 1 januari 2021 – uit eigen zak mee zouden moeten bekostigen. Maar voor ons doet het er niet toe, wij gaan onderhandelen opdat de werknemers zouden krijgen waar ze recht op hebben.
Komt er geen kalender en komt er geen duidelijk antwoord van Comité C, dan keren we terug naar het personeel van de lokale besturen en vragen we een mandaat voor minder ludieke acties dan wat we vandaag organiseren.
Het gemeenschappelijk front heeft vertrouwen in een gegeven woord maar het heeft tastbare resultaten nodig voor de werknemers die al jaren wachten op een erkenning van hun inzet.
Bovendien zijn die onderhandelingen voor hogere lonen maar het eerste deel van de eisen van de werknemers. Het gemeenschappelijk front wijst erop dat er ook gewestelijke onderhandelingen gepland moeten worden voor nog andere eisen.
Het gaat dan meer bepaald over de statutarisering van het personeel, de toepassing van een echt welzijnsbeleid voor de werknemers en de invoering van een collectieve arbeidsduurvermindering. Die laatste eis moet ook onderzocht worden als een mogelijke oplossing voor de huidige sociale en economische crisis als gevolg van de pandemie. Inderdaad, de arbeidstijd verminderen van zij die werk hebben, zonder aan de lonen te raken, kan – door nieuwe aanwervingen – meer arbeidstijd opleveren voor wie geen of weinig werk heeft en kan in fine voor een vermindering van de werkloosheidskosten zorgen en tegelijk voor meer welzijn voor iedereen.
Uit respect voor de geldende sanitaire maatregelen, roepen we niet op tot het bijeenbrengen van personeel, maar we nodigen hen uit om zich massaal per e-mail aan de regionale regering te melden.
Bijkomende informatie
Maxime Nys Gewestelijk Secretaris ACOD LRB-Brussel 0498 06 93 30
Rudi De Coster Gewestelijk Secretaris ACV-Openbare Diensten 0477 77 06 63
Brigitte Collin Voorzitster VSOA LRB-Brussel 0477 614 842